Met haar tekenblok onder haar arm, en een doosje potloden in haar hand liep Sephy zoekend door de gangen. Ze zocht een plek waar ze rustig kon tekenen zonder te veel afleiding, maar met wel veel inspiratie. Heel veel, vaak vreemde dingen konden haar inspiratie geven. Iets kleins, hoefde het maar te zijn, en er vormde zich al beelden in haar hoofd. En toen zag ze het. De deur, iets kleiner dan de andere deuren. Hij stond op een kiertje, Sephy opende hem en glipte naar binnen. De deur liet ze een beetje open staan. Ze kon niet tegen het claustrofobische gevoel dat ze er nergens meer uit zou kunnen komen. Pas toen ze bij een van de kleine raampjes stond merkte ze dat er ook iemand anders was. Een meisje, in de hoek. 'Sorry,' mompelde Sephy. 'Ik wist niet dat je...' Ze maakte haar zin niet af. Ze wilde zich omdraaien naar de deur, maar die was dicht. Meteen benam het haar de adem. Rustig blijven. Het komt wel goed. Je doet de deur open en gaat weg. Rustig blijven. Ze legde de tekenspullen op de tafel en liep vlug naar de deur. Ze probeerde hem open te duwen, maar de deur stribbelde tegen. Ze fronste en voelde hoe haar handen lichtjes begonnen te trillen terwijl ze harder tegen de deur begon te duwen.