En weer sjokten ze door de duistere gangen, maar dit keer op zoek naar de uitgang in plaats van naar enge monsters - Sergio, in ieder geval wel. Het leek alsof ze al uren hadden gelopen, terwijl ze in werkelijkheid misschien een uurtje binnen waren. Het werd ook steeds kouder in de grot, maar gelukkig had Sergio daar geen last van. Hij liep een beetje achteraan, met het vuur in zijn hand, en was diep in gedachten totdat hij ineens licht zag dat niet afkomstig was van zijn vuur. Meteen keek hij op, en voor hem zag hij een gigantische ruimte met in het midden een meer. Boven het meer, helemaal bovenin het plafond van de grot, zat een gat. Een kleine straal zonlicht viel door het gat heen op het water. Lucht! Was het eerste wat Sergio dacht. Lucht! Een uitgang! Helaas voor hem, was de afstand van het meer tot het plafond ongelooflijk groot en was het onmogelijk om erheen te klimmen aangezien het een koepelvormige grot was. Maar het was iets, en misschien konden ze het water wel drinken, al zag het er een beetje raar uit.
~~~~~~~~