Het meer is ovaalvormig en groot. Erg groot. Zo groot dat als je aan de ene verre kant staat, je in de verte vaag de rotsen kunt zien die aan de andere kant van het meer zijn. Aan die ene uiterste kant zijn dus rotsen, met kleine watervalletjes en poeltjes. Aan de andere verre kant is een strandje. De andere twee zijdes zijn niet zo ver van elkaar verwijderd en je kunt de overkant prima zien. Het grootste deel van deze kanten is gras met zo nu en dat een wilg die met de takken in het water hangt, en wat parkbankjes.
Dit is dus het strandje.
----
Avice trok haar schoenen uit en liet haar blote voeten door het zand woelen. Ze moest haar rode teennagellak maar weer eens bijwerken, bedacht ze zich. Het zonnetje straalde heerlijk en verwarmde haar huid. Het was hier een stuk minder warm dan thuis, maar zolang de zon scheen, kon ze er wel aan wennen.
Dit is dus het strandje.
----
Avice trok haar schoenen uit en liet haar blote voeten door het zand woelen. Ze moest haar rode teennagellak maar weer eens bijwerken, bedacht ze zich. Het zonnetje straalde heerlijk en verwarmde haar huid. Het was hier een stuk minder warm dan thuis, maar zolang de zon scheen, kon ze er wel aan wennen.